De NFF heeft verzekeringen afgesloten, ten behoeve van de achterban (sporters, clubs, vrijwilligers, etc).
Het betreft een aansprakelijkheidsverzekering en een ongevallenverzekering.

De pagina geeft daarover meer informatie.

Aansprakelijkheidsverzekering

Deze verzekering dekt eventuele aansprakelijkheid van:
  • De NFF zelf (bestuurders, officials, etc)
  • De bij de NFF aangesloten verenigingen en stichtingen
  • De NFF-Federatiekaarthouders en vrijwilligers, voor zover de eigen verzekering geen dekking biedt

  • Alleen materiële (lees spullen) of persoonlijke (lees letsel) schade wordt vergoed onder deze dekking. Deze verzekering vergoedt maximaal € 1.250.000,- per voorval. Let op: er moet hierbij sprake zijn van wettelijk aantoonbare aansprakelijkheid!
    Dat wil zeggen dat er alleen schade wordt vergoed als je volgens de wet aansprakelijk bent.
    Het gaat hierbij niet om schuld, maar of er juridisch gezien een verwijt kan worden gemaakt waardoor de schade is ontstaan of de kans daarop is vergroot.
    Dit is gezien de aard van onze sport soms nog best lastig. Bij een valpartij of iets dergelijks is er bijvoorbeeld vaak geen sprake van enige wettelijke aansprakelijkheid. Dit is een risico dat bij deze sportbeoefening hoort.

    Risico's fietscross

    Risico's verenigingen

    Een fietscrosser en/of zijn ouders weten, of behoren te weten, dat deze sport risico’s met zich meebrengt. Hetzelfde geldt voor vrijwilligers.


    Die risico’s kunnen volgens de wet niet zomaar op de NFF, een NFF-vereniging/vrijwilliger of een andere fietscrosser worden afgewend. Een botsing, ongeluk of letsel komt met enige regelmaat voor, ook bij ervaren en zeer geoefende fietscrossers. Deze risico’s zijn dan ook niet (altijd) te voorkomen.

    Deelnemers kunnen door het dragen van goede beschermende kleding en een goed onderhouden crossfiets risico’s verkleinen, daar zijn zij ook zelf voor verantwoordelijk. Maar dan nog zijn risico’s niet te voorkomen. Daarom hebben wij als vangnet verschillende collectieve verzekeringen die enkele risico’s kunnen afvangen.

    Let wel, tijdens het beoefenen van deze sport wordt dus een bepaald risico door de deelnemers, vrijwilligers en de vereniging aanvaard. Aansprakelijkheidstelling en daarmee aanspraak op een vergoeding vanuit de aansprakelijkheidsverzekering gaat dus niet altijd op!

    Als vereniging ben en blijf je altijd (mede)verantwoordelijk voor de veiligheid van je leden, vrijwilligers, de deelnemers aan wedstrijden op de verenigingsaccommodatie en de door de vereniging georganiseerde fietscross (gerelateerde) trainingen. Maar ja, een foutje (bewust of onbewust) is zo gemaakt.

    Wat kan er bijvoorbeeld gebeuren als er achter de eerste “dubbel” op de baan nog een kruiwagen staat terwijl de training begint. Dat wil natuurlijk niemand, maar toch kan het gebeuren. Ook om dit soort risico’s op te kunnen vangen zijn we verzekerd.

    Welke verenigingsactiviteiten vallen onder deze verzekering
    Niet alle activiteiten vallen onder de dekking, het moet namelijk gaan om de aansprakelijkheid als NFF-fietscross of één van haar leden. Dat is op logisch want een bakker verzekert zich ook niet voor de risico’s van een slager.

    Wat worden als gebruikelijke activiteiten gezien?

  • Fietscross-wedstrijden die georganiseerd worden, maar alleen als NFF aangesloten vereniging
  • Via de vereniging georganiseerde trainingen, cursussen en opleidingen die te maken hebben met de fietscross sport
  • Verenigingsactiviteiten die te maken hebben met de promotie van fietscross en het werven van nieuwe fietscross leden
  • Activiteiten die gebruikelijk zijn voor een vereniging om leden te behouden en aan zich te binden. Denk hierbij aan een vrijwilligersavond, BBQ, een bingo avond of een clubdisco.

  • Deze activiteiten zijn alleen gedekt als ze, ten opzichte van fietscross, geen verhoogd risico met zich meebrengen en alleen openstaan voor clubleden, hun ouders/directe familie en/of vrijwilligers van de vereniging.

    Wat is GEEN gebruikelijke activiteit?
    Dit zijn alleen een paar voorbeelden:
  • Survival met de vereniging in de Ardennen of met fietscrossers een kartbaan afhuren. Deze risico’s zijn zo anders en/of zwaarder dan fietscross dat dit er niet onder valt. Sluit hiervoor altijd zelf een evenementen verzekering af!
  • Organiseren mountainbike wedstrijd die niet specifiek bedoeld is als training en/of ook openstaat voor niet leden.

  • En deze is belangrijk omdat hij vaak voor komt:
  • Verhuur van de baan aan derden voor “eigen” gebruik, bijvoorbeeld verhuur voor een privé-training of het geven van een clinic. Hierbij is het van belang of de clinic of training wordt gegeven in clubverband voor de leden. Is dat niet zo, dan is er geen sprake van een clubactiviteit en dus geen dekking!
  • Ongevallen-verzekering

    Deze verzekering keert éénmalig een bedrag uit na een ongeval waardoor je komt te overlijden of blijvend (geheel of gedeeltelijk) invalide raakt. Bij volledige genezing wordt er dan ook nooit uitgekeerd omdat er dan geen sprake is van blijvend letsel.

    Voor wie is er dekking?

    Dit geldt voor:
  • NFF Federatiekaarthouders
  • — de vereniging is conform de statuten van de NFF verplicht om aan ieder fietscrossend lid een NFF Federatiekaart te verstrekken. Alleen dan is er ook sprake van dekking!

  • Proef- of aspirant fietscrossleden van een vereniging
    — de proefperiode dient beperkt te zijn, gebruikelijk is niet langer dan 1 maand
    — de proefperiode kan ook voor één dag zijn; bijvoorbeeld bij een scholencross of een via de vereniging georganiseerde proefles met als doel het werven van nieuwe leden
    — na de proefperiode volgt volwaardig lidmaatschap van de vereniging

  • vrijwilligers van de vereniging en/of NFF
  • Voor welke ongevallen is er dekking?

    Niet alle ongevallen vallen onder de dekking. Het ongeval moet, net als bij de aansprakelijkheid, gerelateerd zijn aan wedstrijden van de NFF of andere activiteiten/trainingen van de bij NFF aangesloten vereniging.

    Ook de reis van en naar de activiteit valt onder de dekking.

    Wat zijn de verzekerde vergoedingen?

    • € 2268,- bij overlijden
    • maximaal € 22.689,- bij algehele blijvende invaliditeit. Bij gedeeltelijke invaliditeit wordt een percentage hiervan uitgekeerd, afhankelijk van de zwaarte van de blijvende handicap.